Door Eric Merx en Matthijs Dijkstra, de foto’s zijn gemaakt door Frans Peeters
Bord 1: Gerard Welling – Jeroen van den Bersselaar, 1-0
Door Matthijs
Jeroen verwijst naar het uitgebreide verslag op de WLC website, waar hij niet veel aan toe te voegen heeft.
Bord 2: Frits Obers – Sebastiaan Smits, 0 – 1
Door Frits
Ik had een verschrikkelijke off-day. Het maakte niet uit welke fout op welke zet. Als je zo speelt, dan verlies je altijd. Ik speelde op bord 2 met wit tegen Sebastiaan Smits. Tussen zet 7 en 14, heb ik in een voor mij bekende opening, 4 of 5 keer geweigerd om de zet te spelen die ik meteen als eerste overwoog te spelen. Spoken. Rekenfouten. Vergeten dat de zetten ook omgedraaid kunnen worden. De theorie niet spelen, omdat die stelling moeilijk te winnen zou zijn. Daarna hetzelfde idee weer niet omdat het nu met een tempo minder zou zijn (maar nog wel gelijk). Steeds verkeerd afwegen van nadelen van zetten: De pion meteen teruggeven met hele slechte stelling – waarbij ik 1 ply diep niet door had dat ik ‘m teruggaf – in plaats van teruggeven met een wellicht mindere stelling. Vervolgens walging van het slechte eigen spel. Het dieptepunt was wel dat ik op een gegeven moment een zet deed, die ik normaal speel als zwart zich grotendeels hetzelfde heeft opgesteld, maar dus wel anders. En ik had dat even niet meer door. De pion stond op f5 en niet op f7. Bah!
Bord 3: Bas van Dooren – Tom Verhoeven, 1-0
Bord 4: Daniël Vanheirzeele – Guus Bollen, 1 – 0
Door Daniël
Ik had zaterdag wel een beetje geluk, ondanks het feit dat ik licht voordeel had bood ik snel na de opening remise aan.
De vorige werkdag in het MEC had gewoon te veel energie gekost. Tot mijn verbazing werd het afgewezen met een dubieuze zet.
En bovendien vond ik het winnende plan waar geen kruid bleek tegen opgewassen te zijn, een geruisloze winst.
Ik schrok wel bij mijn thuiskomst dat ‘Stockfish’ mijn partij snel van plus 1 naar plus 2
liet evalueren, waarvoor een Catalaanse loper dient dus, een vermomd moordwapen.
Ik had wel medelijden achteraf met mijn sympathieke tegenstander die eigenlijk niet goed wist wat hem was overkomen.
Ik ken dat gevoel best dit speelseizoen.
Bord 5: Thomas Kools – Matthijs Dijkstra, ½ – ½
Door Matthijs
Tegen mijn symphatieke tegenstander Thomas Kools speelde ik een partij van meer dan 60 zetten. We hebben eerder tegen elkaar gespeeld en het was opnieuw een interessante partij. Op de eerder genoemde WLC website heeft Thomas een analyse van maar liefst 4 pagina’s gepubliceerd. Ik zal geen poging doen om dat te overtreffen. Kort samengevat heb ik lang in de verdrukking gestaan, maar kreeg na de 40e zet goede winstkansen. Beide spelers hadden kunnen winnen, maar het werd uiteindelijk remise.
Bord 6: Gert de Rooij – Maarten Smit, ½ – ½
Door Gert
Na een rustige opening tijd voor actie, zie diagram 1:
Na deze blunder wist ik met hard werken de stelling nog iets te redden van verloren naar iets minder verloren, zie 2e diagram.:
Bord 7: Rudy Simons – Davuod Moghaddam, ½ – ½
Door Davuod
Ik speelde met de zwarte stukken. Het spel begon in de Petrov verdediging en ging volgens de theorie verder, er verscheen geen speciale uitdaging in het spel, maar nadat ik alle stukken had afgeruild en het einde van het spel was ingegaan, kreeg mijn tegenstander de kans om de wedstrijd te winnen, De berekening van de zetten waren moeilijk, hij kon niet winnen, en uiteindelijk, ook al stond ik een pion achter, was de partij gelijk. Over het algemeen ben ik tevreden met mijn spel, maar ik vind het jammer dat we geen teampunten konden pakken.
Bord 8: Piet van Eijndhoven – Hans Baijens, ½ – ½
Door Piet
In een rustige Réti verwierf ik met wit het loperpaar. Dat kwam me in het middenspel goed van pas. Ik won een kwaliteit, maar overzag daarna dat ik een winnende doorbraak had. Na nog wat zwakke zetten hielden we een eindspel over waarin zwart een paard en pion voor de kwaliteit had. Daarin probeerde ik het nog, maar mijn tegenstander gaf geen krimp. Het betekende wel m’n eerste halfje voor HMC II dit seizoen.