Één team was net iets beter ?

Stockfish is een zegen en een kwaal tegelijk. Het is een zegen om je fouten te analyseren en voor mij om partijen te bekijken en trainingen van ons team voor te bereiden. Het geeft je informatie om zoveel sneller beter te worden waar we 20 jaar geleden alleen maar van konden dromen. Maar het berooft je ook direct van alle mooie en epische verhalen om een verslag over te schrijven als je dat verslag schrijft met diezelfde kennis. Je weet precies wie er beter stond op welk moment en wat voor onzin er eigenlijk door ons menselijk hoofd gaat.

Samen met Rick van Loy zat ik onze partij te analyseren na afloop. Beide denken wij dat zwart weinig fout heeft gedaan totdat ik thuis zie dat Stockfish gewoon + 1,3 zegt op zet 14. En nog veel erger, Rick en ik deden de zet die Stockfish gaf direct af als grote onzin en niet het bekijken waard. Maar nu is achteraf wel het idee weg van een epische en foutloze partij waar ik tegen de topscoorder van de competitie probeer mijn team op sleeptouw probeer te nemen naar de titel. Zelfde geldt voor het verslag van Sjef van Gestel (link naar verslag van Oisterwijk) over zijn partij tegen Pieter Steijlen, beide denken compleet remise, echter begaat Pieter een blunder van jewelste op zet 28 die ook Sjef gewoon mist. Ook mannen die prima kunnen schaken worden door Stockfish als kleuters in de hoek gezet van: ‘gaan jullie je daar maar even bedenken wat je fout hebt gedaan’.

 

Maar een titel kraker verdiend een episch verhaal, van een meeslepend karakter en doordrenkt van emotie. Losgekoppeld van alle emotieloze berekeningen van Stockfish. Team schaken is emotie, de kracht van een team en geen wetenschap. Vandaar ga ik vandaag één keer terug in de tijd, naar de tijd van verslagen schrijven op gevoel, heroïsche gevechten en complete onzin. Wetende dat toekomstige lezers dit lezen en de partijen erbij kunnen pakken en zullen zeggen: ‘Goh die Smit kon wel een hoop onzin verkopen’ (voor zover ze dat toch nog niet denken (haha)). Ik neem het op de koop toe:

 

Het is 23 maart, een datum opnieuw met rood omcirkelt in mijn agenda. Dit jaar wel eens verstandig gedaan en vroeg naar bed. ‘s Morgens bloemen gekocht op de markt voor de winnaars. Als ik aan kom fietsen bij de Biechten zie ik Koos Hendriks en Eric Merx, die vragen of de bloemen voor het 3e zijn. Ik zeg nog: ‘als jullie degraderen wellicht, om jullie symbolisch ten grave te dragen’. Enige geluk van de dag is (achteraf) dat HMC 3 dan toch liever niet een bloemetje van mij krijgt en zich ternauwernood handhaaft (link verslag Koos).

 

Als m’n teamgenoten binnenkomen, zie ik de koppies gespannen staan. Het is stil aan de tafeltjes bij de koffie. Zelfs Derk-Jan die in dat soort situaties vaak met zijn karakteristieke lach wat ontspanning op de gezichten tovert, is stil en de kop op gespannen. De spanning en wil om te winnen heeft deze week duidelijk in wat hoofden gewonnen van het vrije gevoel waar we de laatste 2 jaar mee speelden.

 

Er is door een aantal flink ‘geprept’ deze week en we gaan er tactisch tegenaan met Tim aan bord 1. Maar de verwisselde bordvolgorde van de tegenstander zaait vertwijfeling bij de spelers met minder ervaring. En dat zijn er helaas behoudens Derk-Jan en mijzelf nogal veel aan onze kant. Veel mannen kijken op tegen de (veel) sterkere tegenstander aan hun bord of de taak die ze meekrijgen. Ik probeer vlak voordat we naar binnen te gaan de mannen nog aan te moedigen, het lijkt dan al tegen dovemansoren oren gericht.

 

Eenmaal achter het bord lijken de mannen de twijfels te boven. Ik roep al vaker dat ze gewoon moeten gaan schaken tegen tegenstanders, want dat is het deel wat we gewoon veel beter kunnen. Blijkbaar komt de onzin die ik verkondig af en toe toch nog wel aan. Want eigenlijk komt iedereen wel beter uit de opening. Behalve Derk-Jan dan, maar daar kom ik bij de bespreking op zijn partij wel op terug.

 

De eerste 2 uur gaan langzaam voorbij en het geloof in een enorme stunt wint langzaamaan terrein. De borden waar we het moeten doen 6, 7 en 8 staan alle 3 beter. Tim heeft zijn huiswerk in de Blackmar-Diemer gedaan en staat een pion voor tegen Stefan Hess terwijl hij de opening heeft overleeft. Michel Timmer heeft een andere tegenstander maar wel de gewenste opening en ogenschijnlijk ook een voordeel en ook ondergetekende staat er zeer goed voor.

 

Als Loek Vissers tegen Bastiaan van Gestel ons dan na krap 2 uur spelen ook op 1 – 0 zet begint het geloof ook echt te komen. Loek en zijn tegenstander hadden een vrij gelijk opgaande partij toen Bastiaan compleet mistastte en daarmee eerst een stuk en vlak daarna een volle toren inleverde. In de 8 zetten die nog volgden, ruilde Loek vliegensvlug de dames af en dreigde dat daarna ook te doen met de enige toren van wit. Waarna wit het punt aan Loek gaf.

 

Helaas voor Tim was dat net even te snel, hij bood tegen Stefan remise aan, die later toegaf dat serieus te overwegen totdat hij hoorde dat het 1-0 stond. Hij besloot door te spelen en in het uur dat volgde bleek helaas dat het gewonnen vertrouwen ook erg broos was deze pot en dat de spanning die er normaal niet op stond nu HMC 4 parten speelde. Want in successie ging het daarna rap minder. Michel liet een paard insluiten, Mike en Bram blunderden beide een kwaliteit en ook Derk-Jan moest een stuk tegen 2 pionnen inleveren.

 

Tot overmaat van ramp keerde de partij van Tim ook vliegensvlug. Waar het lang leek dat hij de opening tegen Stefan Hess had overleeft, was hij helaas nog niet aan rokeren toegenomen. En het Blackmar-Diemer gambiet is wel genadeloos als je dan 1 foutje maakt als zwart. Tim maakte dat foutje waardoor zijn koning naar het midden van het bord werd gedreven, waar het materiaal kostte en ook uiteindelijk mat ging. Derk-Jan ging vlak daarna ook kopje onder. Hij zei zelf al dat het fout ging toen zijn tegenstander Janisch speelde (en helaas gaf die vervloekte Stockfish Derk-Jan daar ook 100% gelijk in). Waar het op zich nog enigszins redelijk oogde voor de omstanders, speelde Derk-Jan al heel snel een verloren wedstrijd. En tegenstanders van dit kaliber maken dat gewoon af zonder je een kans te geven. Tegenstander Roel Romanesco wikkelde af naar een eindspel met een loper tegen 2 pionnen wat redelijk simpel te winnen was. 2 – 1 en de weg naar het kampioenschap voor Oisterwijk lag volledig open.

 

Ook mijn vol punt kon daar niets aan veranderen. De hele week had ik wel heel ontspannen naar de clash toegeleefd. Mijn nieuwe opening had ik 1,5 week ervoor even ‘geprept’ met Sjoerd van Roon en daar waren zeer bemoedigende resultaten uit voortgekomen. Één van de varianten kwam tegen Rick van Loy ook op het bord, wat mij in de opening een pionnetje opleverde. De stelling bleef daarna tot zet 14 (zoals eerder vemeld) gelijk, waar ik even een mindere zet deed die niet werd afgestraft, waarna 2 zetten later Rick (van Loy) zich misrekende dat ik voor mijn ‘ingesloten’ dame wel heel veel materiaal terugkreeg (een toren en 2 stukken). Daarna lag de partij wel in een plooi, maar Rick had wel de tegenwoordigheid van geest om het punt zo lang mogelijk te rekken voor de psychologische stand, waardoor mijn punt helaas te laat kwam om het tij te keren.

 

Want op het moment dat het 2 – 2 werd en ik nog één laatste rondje langs de velden deed om de mannen op te peppen, was het eigenlijk al duidelijk dat de titel dit jaar naar Oisterwijk ging. Het verzet bij Bram en Michel was met hun materiaal verlies gebroken en 4 – 4 was voor ons niet voldoende. Pieter stond zoals eigenlijk de gehele partij nog steeds remise (en was zoals eerder gememoreerd ontsnapt aan verlies). En ook bij Mike was het duidelijk dat hij vooral tegen het onvermijdelijke aan het vechten was.

 

Bram en Michel gingen dan ook beide ten onder, zeer zonde aangezien beide een betere stelling hadden en eigenlijk zelf op de rand van materiaalwinst stonden toen zij hun blunders begingen.  Pieter speelde remise omdat er eigenlijk ook niet meer in de stelling zat in een dubbel toren eindspel en hij daarmee de stand dragelijk zou houden. Mike kreeg voor zijn doorzettingsvermogen wel nog de beloning in een half puntje omdat hij zich knap teruggevochten in de wedstrijd. Waar hij zelf en zijn tegenstander Ton van den Heuvel dachten dat Mike nog steeds verloren stond en de remise werd getekend omdat het kampioenschap beslist was, had Mike zich toch knap teruggevochten in de wedstrijd en was er (ja ja volgens die vermaledijde Stockfish) geen beslissend voordeel meer voor zwart.

 

Ik las deze week nog een mooie wielren analogie in het verslag van de Stukkenjagers tegen HMC 3 (link verslag stukkenjagers) en aangezien ik het in mijn vorige verslag over Oscar Perreiro Sio had, moest ik er wel om lachen. Eigenlijk was HMC 4 deze keer net als Jhonny Hoogerland in de Tour de France, hard onderweg naar een mooie prestatie, maar lag het door een aanrijding met een jury auto zomaar in het prikkeldraad. Weg kans op de overwinning en wat overbleef waren de troostprijzen van een bolletjestrui en het rode rugnummer voor de strijdlust. We hebben geknokt voor wat we waard waren, maar er was 1 team dit seizoen net ietsje beter. Of beter gezegd, had gewoon al net iets meer ervaring. Ze kwamen net 2 jaar te vroeg, want wat deze wedstrijd wel heeft laten zien, de toekomst is aan ons en daar gaan we de vruchten de komende jaren hopelijk nog wel van plukken. We kunnen terugkijken op een zeer geslaagd seizoen met by far de grootste ratingwinst van alle teams in de competitie.

Voor de volledigheid nog de cijfers:

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie